6.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
Er zijn geen statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het positieve saldo van de staat van baten en lasten over 2024 is toegevoegd aan de algemene reserve.
6.2. Actuariële verklaring
Opdracht
Door Stichting Pensioenfonds PostNL te Driebergen is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2024.
Onafhankelijkheid
Als waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds PostNL, zoals vereist conform artikel 148 van de Pensioenwet. Ik verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds, anders dan de werkzaamheden uit hoofde van de actuariële functie.
Gegevens
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening.
Afstemming accountant
Op basis van de door mij en de accountant gehanteerde Handreiking heeft afstemming plaatsgevonden over de werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle van het boekjaar. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de materialiteit bepaald op € 48.900.000. Met de accountant ben ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen boven € 2.400.000 te rapporteren. Deze afspraken zijn vastgelegd en de uitkomsten van mijn bevindingen zijn met de accountant besproken.
Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn beoordeling van belang zijn.
Werkzaamheden
Ter uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelijke verantwoordelijkheid zoals beschreven in artikel 147 van de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Op grond van overgangsrecht gelden genoemde artikelen, zoals deze tot de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen luidden.
De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onderzocht of:
- Toereikende technische voorzieningen zijn vastgesteld met betrekking tot het geheel van pensioenverplichtingen;
- Het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen conform de wettelijke bepalingen zijn vastgesteld;
- De kostendekkende premie voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten;
- Het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de prudent-person regel.
Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Daarbij heb ik mij gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen en is mede het financieel beleid van het pensioenfonds in aanmerking genomen.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten.
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel
Overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten zijn toereikende technische voorzieningen vastgesteld met betrekking tot het geheel van pensioenverplichtingen.
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum hoger dan het wettelijk vereist eigen vermogen.
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Hierbij merk ik op dat op grond van overgangsrecht de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet gelden, zoals deze tot de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen luidden.
De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansdatum is hoger dan de dekkingsgraad bij het vereist eigen vermogen.
Mijn oordeel over de vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds PostNL is gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen. De vermogenspositie is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen toereikend zijn.
Apeldoorn, 23 mei 2025
drs. J.L.A. Schilder AAG
Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
6.3. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
an het bestuur van Stichting Pensioenfonds PostNL
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024
Ons oordeel
Wij hebben de jaarrekening 2024 van Stichting Pensioenfonds PostNL te Driebergen gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds PostNL op 31 december 2024 en van het saldo van baten en lasten over 2024 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
De jaarrekening bestaat uit:
- de balans per 31 december 2024;
- de staat van baten en lasten over 2024;
- en de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds PostNL zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Informatie ter ondersteuning van ons oordeel
Wij hebben onze controlewerkzaamheden bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. Onderstaande informatie ter ondersteuning van ons oordeel en onze bevindingen moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.
Materialiteit
Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 49 miljoen. De materialiteit is gebaseerd op 0,5% van het pensioenvermogen, zijnde het totaal van de technische voorzieningen en reserves. Het pensioenvermogen en de dekkingsgraad van het pensioenfonds en de mogelijkheid om aan de verplichtingen naar haar deelnemers te voldoen, zijn belangrijke indicatoren voor de gebruiker van de jaarrekening. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Wij zijn met het bestuur overeengekomen dat wij aan het bestuur tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 2,4 miljoen rapporteren, alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.
Controleaanpak continuïteit
Pensioenfondsen zijn op grond van de wetgeving gehouden om een adequate vermogensdekking (het vereist eigen vermogen) aan te houden. Het vereist eigen vermogen wordt op basis van het financieel toetsingskader bepaald. Als de beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds lager is dan het vereist eigen vermogen, moet een herstelplan worden opgesteld waaruit blijkt hoe het fonds het eigen vermogen op het vereiste niveau brengt. Als het pensioenfonds niet kan voldoen aan het herstel zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Daar waar nodig zullen de rechten van de (gewezen) deelnemers moeten worden aangepast zodat weer aan het vereist eigen vermogen wordt voldaan.
Zoals opgenomen op pagina 80 in de jaarrekening is het aanwezig eigen vermogen hoger dan het vereist eigen vermogen. De beleidsdekkingsgraad bedraagt ultimo 2024: 132,1%.
Op pagina 6, 11 en 44 van het jaarverslag besteedt het bestuur aandacht aan de toekomst van het pensioenfonds. Het bestuur heeft op pagina 66 van de jaarrekening toegelicht, dat de jaarrekening is opgemaakt uitgaande van de continuïteit van het geheel van de activiteiten van het pensioenfonds.
Onze werkzaamheden om de continuïteitsbeoordeling van het bestuur te evalueren omvatten onder andere:
- Het verkrijgen van controle-informatie over het continuïteitsrisico en de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling bij de vaststelling van bedragen en in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen;
- Overwegen of de continuïteitsrisicoanalyse door het bestuur alle relevante elementen bevat en consistent is met onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole. Wij hebben hierbij onder andere aandacht besteed aan de bepaling van het vereist eigen vermogen en de dekkingsgraden;
- Het nagaan of het bestuur gebeurtenissen of omstandigheden heeft geïdentificeerd die gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van het pensioenfonds om haar continuïteit te handhaven (hierna: continuïteitsrisico's);
- Overwegen of actuariële ontwikkelingen (inclusief de voorzienbare trend in overlevingskansen) en de ontwikkelingen op financiële markten (inclusief ontwikkeling in de rentetermijnstructuur) aanleiding geven tot een continuïteitsrisico;
- Het inwinnen van inlichtingen bij het bestuur over haar kennis van continuïteitsrisico's na de periode van de door het bestuur verrichte continuïteitsbeoordeling;
- Het inspecteren van correspondentie met relevante toezichthoudende instanties;
- Bespreken met het bestuur wat de impact is van de Wet Toekomst Pensioenen op het pensioenfonds.
De financiële positie van het pensioenfonds en de wettelijke mogelijkheid om onder bepaalde omstandigheden de pensioenverplichtingen te kunnen aanpassen zijn een belangrijk onderdeel van bovenstaande evaluatie.
Onze controlewerkzaamheden hebben geen indicaties opgeleverd dat de continuïteitsveronderstelling van het bestuur niet passend is en hebben niet geleid tot identificatie van continuïteitsrisico’s.
Controleaanpak frauderisico's
Wij hebben risico’s geïdentificeerd en ingeschat op een afwijking van materieel belang op de jaarrekening die het gevolg zijn van fraude en het niet-naleven van wet- en regelgeving. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in het pensioenfonds en haar omgeving, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risico-inschattingsproces en de wijze waarop het bestuur inspeelt op frauderisico’s en het interne beheersingssysteem monitort en de wijze waarop het verantwoordingsorgaan toezicht uitoefent, alsmede de uitkomsten daarvan. Wij verwijzen naar pagina 16 en 17 van het jaarverslag, waarin het bestuur haar frauderisicoanalyse heeft opgenomen.
Wij hebben de opzet en bestaan van de relevante aspecten van het interne beheersingssysteem geëvalueerd waaronder bijvoorbeeld de gedragscode, klokkenluidersregeling en de incidentenregistratie en in het bijzonder de frauderisicoanalyse. Voor zover wij noodzakelijk achten hebben wij de werking getoetst van interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van frauderisico’s. Significante tekortkomingen inzake de interne beheersing hebben wij schriftelijk gecommuniceerd met het bestuur.
Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg is van fraude, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe-eigening van activa en omkoping en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude.
In onze controle bouwen wij een element in van onvoorspelbaarheid. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude of het niet-naleven van wet- en regelgeving.
Wij hebben kennis genomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij leden van het bestuur.
Uit onze werkzaamheden volgden geen signalen of vermoedens van fraude die kunnen leiden tot een afwijking van materieel belang.
De door ons geïdentificeerde frauderisico’s en uitgevoerde specifieke werkzaamheden zijn als volgt:
Waardering van de technische voorzieningen | |
Beschrijving: | Vanwege het schattingselement in het bepalen van de grondslagen voor de berekening van de technische voorzieningen, de omvang van de technische voorzieningen en de impact van de technische voorzieningen op de beleidsdekkingsgraad en daarmee op de besluitvorming onderkennen wij een frauderisico ten aanzien van de waardering van de technische voorzieningen. |
Onze controleaanpak: | Dit frauderisico is tevens een van de kernpunten van onze controle. Daarom verwijzen wij naar het kernpunt ‘Schattingen in de waardering van de technische voorzieningen’. |
premiebijdragen en beleggingsresultaten | |
Beschrijving: | Op grond van onze beroepsregels gaan wij uit van een verondersteld frauderisico ten aanzien van de opbrengstverantwoording. Op basis van onze risicoanalyse onderkennen wij een frauderisico ten aanzien van de opbrengstverantwoording in de niet-routinematige / handmatige journaalboekingen in de opbrengstverantwoording. |
Onze controleaanpak: | Wij hebben, vanuit de memoriaalboekingen, eerst de boekingen met betrekking tot reguliere, periodieke, premie- en beleggingsopbrengsten aangesloten met de ontvangen premie-inkomsten of de door de vermogensbeheerder verantwoorde beleggingsopbrengsten. Voor de resterende, en dus niet-routinematige / handmatige journaalposten, hebben wij per journaalpost de juistheid van de journaalpost vastgesteld aan de hand van de onderliggende brondocumentatie. |
doorbreken van de interne beheersing door het bestuur | |
Beschrijving: | Bij onze controlewerkzaamheden hebben we aandacht besteed aan het risico dat het bestuur de interne beheersingsmaatregelen doorbreekt, inclusief een evaluatie van aanwijzingen van mogelijke oneigenlijke beïnvloeding door het bestuur, hetgeen een risico op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van fraude kan betekenen. Op basis van onze risicoanalyse hebben wij vastgesteld op welke manieren het bestuur de aanwezige interne beheersing kan doorbreken. Wij zien het risico op het doorbreken van de interne beheersing in het doorvoeren van handmatige journaalboekingen en in het vaststellen van de te hanteren veronderstellingen voor de berekening van de technische voorziening. |
Onze controleaanpak: | Wij hebben specifieke werkzaamheden uitgevoerd, zijnde data-analyses op de grootboekmutaties, inclusief de memoriaalboekingen en de werkzaamheden zoals in de kernpunten beschreven. Daarnaast hebben wij de rapportages van de sleutelfunctionarissen (actuarieel, risicobeheer, interne audit) doorgenomen. Hieruit hebben wij geen indicaties op het doorbreken van de interne beheersing en hieruit volgende afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of non-compliance geconstateerd. Ten aanzien van het vaststellen van de te hanteren veronderstellingen voor de berekening van de technische voorziening verwijzen wij naar de sectie ‘kernpunten van onze controle’ in onze verklaring. |
Controleaanpak niet-naleven van wet- en regelgeving
Wij hebben de omstandigheden ingeschat met betrekking tot het risico van niet-naleven van wet- en regelgeving waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze van materiële invloed kunnen zijn op de jaarrekening. Onze inschatting en de daarop volgende controlewerkzaamheden zijn in lijn met NBA-handreiking 1144 ‘Specifieke verplichtingen vanuit de toezichtwet- en regelgeving voor de interne auditor en de externe accountant bij pensioenfondsen’ en onze ervaring in de sector. Deze werkzaamheden bestaan uit: afstemming met het bestuur, het lezen van notulen en het kennisnemen van rapporten van de compliance officer en het uitvoeren van gegevensgerichte werkzaamheden gericht op transactiestromen, jaarrekeningposten en toelichtingen. Wij hebben verder kennis genomen van correspondentie met toezichthouders en zijn alert geweest op indicaties voor een (mogelijke) niet-naleving gedurende de controle. Ten slotte hebben wij schriftelijk de bevestiging ontvangen dat alle bekende gebeurtenissen van niet-naleving van wet- en regelgeving met ons zijn gedeeld.
Onze controlewerkzaamheden leidden niet tot aanwijzingen en/of andere redelijke vermoedens van niet-nakomen van wet- en regelgeving die van materieel belang zijn voor onze controle.
Reikwijdte
Uitbesteding van processen aan dienstverleners
Het pensioenfonds heeft het beheer van beleggingen uitbesteed aan Van Lanschot Kempen Investment Management N.V. (fiduciair management) en BNP Paribas (custodian) (hierna: ‘vermogensbeheerder’). De pensioenadministratie is uitbesteed aan TKP Pensioen B.V. (hierna ‘pensioenuitvoeringsorganisatie’). De jaarrekening wordt opgesteld op basis van informatie over de beleggingen en beleggingsopbrengsten die is verstrekt door de vermogensbeheerder en informatie over de technische voorzieningen, premiebijdragen en pensioenuitkeringen en overige financiële posten die is verstrekt door de pensioenuitvoeringsorganisatie.
Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor het verwerven van inzicht in de aard en de significantie van de door de dienstverleners verleende diensten en in het effect ervan op de voor de controle relevante interne beheersing van het pensioenfonds. Op basis hiervan identificeren wij de risico’s op een afwijking van materieel belang en zetten wij controlewerkzaamheden op en voeren wij deze uit om op deze risico’s in te spelen.
Bij de uitvoering van onze controle maken wij gebruik van de werkzaamheden en bevindingen van andere onafhankelijke accountants inzake de voor het pensioenfonds relevante interne beheersingsmaatregelen van de dienstverleners in de specifiek daarvoor opgestelde (ISAE-3402 Type II)-rapportages.
Onze controlewerkzaamheden bestaan uit het bepalen van de minimaal verwachte interne beheersingsmaatregelen, beoordelen van de verrichte werkzaamheden ter toetsing van de effectieve werking gedurende 2024 en het beoordelen van de uitkomsten daarvan. Ook beoordelen wij de evaluatie door het bestuur van de kwaliteit van de uitbesteding aan de dienstverleners.
Wij hebben gegevensgerichte werkzaamheden verricht op onder andere de beleggingsopbrengsten, premiebijdragen en uitkeringen. Wij hebben door middel van deelwaarnemingen de beleggingen, beleggingsstromen, mutaties in de pensioenadministratie, premiebijdragen en uitkeringen gecontroleerd aan de hand van brondocumentatie bij het pensioenfonds.
Door bovengenoemde werkzaamheden op de uitbestede processen en de aanvullende eigen werkzaamheden hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de beleggingen, beleggingsstromen en –opbrengsten, (mutaties in) deelnemersgegevens en aanspraken die resulteren in (wijzigingen in) de technische voorzieningen, premiebijdragen en uitkeringen verkregen.
De kernpunten van onze controle
In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met het bestuur gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.
SCHATTINGEN IN DE WAARDERING VAN DE TECHNISCHE VOORZIENINGEN | |
Beschrijving: | De technische voorzieningen zijn een significante post op de balans van het pensioenfonds. De waardering van de technische voorziening komt tot stand op basis van een berekening van aanspraakgegevens van deelnemers en belangrijke schattingen. De technische voorzieningen worden gewaardeerd op marktwaarde. De waardering is gevoelig voor de gehanteerde (actuariële) veronderstellingen en schattingselementen, zoals de door De Nederlandsche Bank (‘DNB’) gepubliceerde rentetermijnstructuur, kostenopslagen en de door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerde levensverwachtingen (tafels). Deze tafels worden gecorrigeerd voor de ingeschatte ervaringssterfte bij het pensioenfonds. De waarderingsgrondslagen voor de technische voorzieningen zijn beschreven in het hoofdstuk ‘Grondslagen voor de waardering van activa en passiva’ op pagina 70 van de jaarrekening. In verband met de complexe berekening en de significante schattingselementen is deze post een kernpunt voor onze controle. |
Onze controleaanpak: | Wij hebben de aan de voorziening ten grondslag liggende basisgegevens gecontroleerd, rekening houdend met NBA-handreiking 1120: ‘Gebruikmaken van de werkzaamheden van de certificerend actuaris bij de controle van de jaarrekening en staten van pensioenfondsen’. Bij deze basisgegevens hebben wij een goedkeurende controleverklaring verstrekt. Verder hebben wij de toereikendheid van de technische voorzieningen beoordeeld door het toetsen van de door het bestuur gehanteerde uitgangspunten. Dit hebben wij onder andere gedaan door het beoordelen van de gehanteerde rekenrente, overlevingstafel, ervaringssterfte en kostenopslagen. Als onderdeel van onze werkzaamheden hebben wij eveneens de competentie, capaciteiten en objectiviteit van de door het bestuur ingeschakelde certificerend actuaris beoordeeld. Wij hebben bij de controle van de juistheid en toereikendheid van de technische voorzieningen gebruik gemaakt van de werkzaamheden van de certificerend actuaris van het pensioenfonds. De certificerend actuaris onderzoekt onder meer de toereikendheid van de technische voorzieningen en de naleving van een aantal specifieke wettelijke bepalingen. De certificerend actuaris heeft daarbij gebruik gemaakt van de door ons in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens, waaronder de pensioenaanspraken van deelnemers. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel over de jaarrekening als geheel hebben wij met de certificerend actuaris onze planning, werkzaamheden, verwachtingen en uitkomsten afgestemd voor de controle van boekjaar 2024. Hierbij hebben wij de redelijkheid van de aannames en schattingen van het bestuur met betrekking tot de gekozen actuariële grondslagen, alsmede de uitkomsten van het actuariële grondslagenonderzoek en de gehanteerde waarderingsgrondslagen beoordeeld en besproken met de certificerend actuaris. De gehanteerde grondslagen en veronderstellingen, zoals vermeld op pagina 70 van de jaarrekening en de hierbij behorende toelichtingen op pagina 80, 81, 82 en 83 hebben wij getoetst aan de hand van de vereisten van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. |
WAARDERING EN TOELICHTING VAN NIET-(BEURS) GENOTEERDE BELEGGINGEN | |
Beschrijving: | De beleggingen zijn een significante post op de balans van het pensioenfonds en worden gewaardeerd op marktwaarde. Door het pensioenfonds wordt voornamelijk belegd via Van Lanschot Kempen Investment Management N.V. (fiduciair management). Voor een groot gedeelte van de beleggingen wordt de actuele waarde bepaald op basis van de intrinsieke waarde per participatie voor de posities in fondsen. De waarderingsonzekerheid neemt toe bij de posities in niet-(beurs) genoteerde beleggingsfondsen doordat de waarde wordt ontleend aan de opgaven van fondsmanagers. Gezien de omvang van de post hebben wij dit als kernpunt geïdentificeerd in onze controle. Het pensioenfonds heeft de waarderingsgrondslagen beschreven in het hoofdstuk ‘Grondslagen voor waardering van activa en passiva’ op pagina 68 en 69 van de jaarrekening. |
Onze controleaanpak: | Wij hebben de gehanteerde waarderingsgrondslagen getoetst en controlewerkzaamheden uitgevoerd op de waardering van de beleggingen per 31 december 2024. Tevens hebben wij de effectieve werking van de interne beheersmaatregelen bij de vermogensbeheerder beoordeeld op basis van de ontvangen ISAE-3402 Type II-rapportages. De posities in niet-(beurs)genoteerde beleggingen hebben wij getoetst aan de hand van recente, door een andere onafhankelijke accountant, gecontroleerde jaarrekeningen met daarin opgenomen de gecontroleerde waarde per aandeel of participatie. Wij hebben hierbij onder meer aandacht besteed aan consistentie met de waarderingsgrondslagen van het pensioenfonds ten opzichte van die van de fondsen waarin wordt belegd alsmede de strekking van de verklaring van de andere onafhankelijke accountant. Voor zover wij geen zekerheid kunnen verkrijgen uit een gecontroleerde jaarrekening, omdat deze niet tijdig beschikbaar is of omdat het boekjaar van de betreffende fondsen niet gelijk is aan het boekjaar van het pensioenfonds, hebben wij aanvullende werkzaamheden uitgevoerd. Deze werkzaamheden bestonden uit het onderzoeken van eerdere gecontroleerde jaarrekeningen (back-testing) en het vaststellen van de aansluiting met de meeste recente (niet gecontroleerde) rapportages van de fondsmanagers, waar van toepassing gecorrigeerd voor kasstromen en marktontwikkelingen tot aan balansdatum. Als onderdeel van de genoemde werkzaamheden hebben wij de impact van nieuwe informatie tot de datum van onze controleverklaring gemonitord en vastgesteld dat significante ontwikkelingen op adequate wijze zijn verwerkt. Wij hebben externe bevestigingen opgevraagd van koersen. Het evalueren van de waarderingsgrondslagen en vaststellen van de juistheid en toereikendheid van de toelichtingen vormden onderdeel van onze werkzaamheden. |
EERSTEJAARSCONTROLE | |
Beschrijving: | Met ingang van boekjaar 2024 is BDO Audit & Assurance B.V. (hierna: ‘BDO’) de externe accountant van het pensioenfonds. Voor de controle van de jaarrekening van het pensioenfonds is het van belang dat wij voldoende en geschikte controle-informatie ontvangen over de beginbalans per 1 januari 2024 en voldoende inzicht in het pensioenfonds, haar omgeving en specifieke risico’s ten behoeve van het opstellen van ons controleplan 2024. Het is daarom belangrijk dat er tijdig duidelijke afspraken zijn gemaakt tussen de voorgaande accountant en de opvolgende accountant om zo de overgang van de controleopdracht effectief te laten verlopen. |
Onze controleaanpak: | Na onze benoeming als accountant hebben wij een plan opgesteld om een effectieve transitie van de voorgaande accountant te waarborgen. Onze belangrijkste werkzaamheden omvatten: - Het zekerstellen dat, voor aanvang van onze werkzaamheden, BDO, BDO-partners en medewerkers onafhankelijk zijn van de het pensioenfonds; - Het kennisnemen van de strekking van de controleverklaring 2023; - Het bespreken met de voorgaande accountant van de gehanteerde materialiteit, de scope en risico’s zoals die door de voorgaande accountant zijn geïdentificeerd; - Het uitvoeren van een review op het controledossier van de voorgaande accountant inzake de jaarrekening 2023 conform de hiervoor geldende standaarden; - Het op basis van documentatie en gesprekken met bestuursleden en de pensioenuitvoeringsorganisatie in kaart brengen van de specifieke risico’s in relatie tot de financiële verslaggeving en de jaarrekening van het pensioenfonds; - Het opstellen van een controleplan 2024 op basis van bovenstaande input en het afstemmen hiervan met het bestuur. Tijdens het uitvoeren van onze werkzaamheden hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie verkregen over de beginbalans per 1 januari 2024 om onze controle van de jaarrekening 2024 te plannen en uit te voeren. Tevens hebben wij een adequaat inzicht in het pensioenfonds, haar omgeving en specifieke risico’s verkregen om onze controle van de jaarrekening 2024 op een effectieve wijze vorm te geven. |
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
- het woord van de voorzitter;
- kerngegevens;
- het verslag van het Verantwoordingsorgaan;
- Het verslag Raad van Toezicht
- de overige gegevens;
- de bijlagen.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
- met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
- alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten
Benoeming
Wij zijn door het bestuur benoemd als accountant van Stichting Pensioenfonds PostNL vanaf de controle van het boekjaar 2024 en zijn sinds dat boekjaar tot nu toe de externe accountant.
Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of het pensioenfonds in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om het pensioenfonds te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan het pensioenfonds haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude en fouten ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
- het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
- het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds;
- het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
- het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het pensioenfonds haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat het pensioenfonds haar continuïteit niet langer kan handhaven;
- het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
- het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Wij bevestigen aan het bestuur dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met het bestuur over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met het bestuur hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.
Amstelveen, 23 mei 2025
BDO Audit & Assurance B.V.
namens deze,
W.J.P. Hoeve RA